Mensenrechtenschendingen en Destructie van het Milieu in de Filippijnen
een aangrijpend verhaal…
door Saskia Harkema
Op de 43e zitting van de Mensenrechtenvergadering van de Verenigde Naties in maart 2020 ontmoette David Boyd, speciaal VN-verslaggever voor mensenrechten en milieu, Clarisa Ramos – echtgenote van wijlen Benjamin Ramos – van de "Paghida-et sa Kauswagan" Development Group (PDG) van de Filippijnen.
Benjamin Ramos was een mensenrechtenadvocaat en stichtend lid van de National Union of People's Lawyers (NUPL) en de secretaris-generaal van zijn afdeling in de provincie Negros Occidental. Hij was een bekend pleitbezorger voor boerenrechten en de uitvoerend directeur van de PDG, een niet-gouvernementele organisatie (NGO) die boeren in Negros bijstaat. Hij verleende pro-bono rechtsbijstand aan slachtoffers van mensenrechtenschendingen, die de meest gemarginaliseerde groep in de Filippijnen vertegenwoordigen. Hij stond onder meer de families van negen boeren bij, die omkwamen na een protest op een suikerrietplantage in Sagay in de provincie Negros. Op 6 november 2018 werd hij in de stad Kabankalan doodgeschoten door motorrijdende schutters.
Zijn vrouw Clarisa Ramos zet zijn werkt voort en treedt met vastberadenheid en toewijding in zijn voetsporen. In een recent interview in april 2020 met haar en een vertegenwoordiger van IBON beschrijft ze de situatie in de Filippijnen sinds haar man werd doodgeschoten.
'Negros is het centrum van de suikerriet industrie in de Filippijnen. Ben zag al in de jaren ‘80 de verslechterende situatie in Negros en hij besloot om een NGO op te zetten die in tegenstelling tot andere NGO's die werken op projectbasis, zou worden geïntegreerd in en met de gemeenschap. Dit is hoe PDG werd opgericht in 1987.
Het is belangrijk om de gebeurtenissen te begrijpen die tot zijn dood hebben geleid. Het land in Negros wordt gemonopoliseerd door grote bedrijven en politici. Het doel van PDG was om te lobbyen en de rechten van kleine boeren te beschermen. Vooral de landarbeiders die in een zeer penibele situatie leven, willen wat land bezitten. Deze boeren worden gecriminaliseerd en Ben behandelde de meeste van deze zaken. Zijn werk als mensenrechtenadvocaat werd belangrijker en hij begon te worden gezien als een bedreiging voor gevestigde belangen. De meeste organisaties waarmee we samenwerkten om te pleiten voor landherverdeling, zoals PDG, werden ook beschuldigd.
In Negros hebben we verschillende voorbeelden van grote mijnbouwbedrijven, plantagebedrijven, die grond kopen in Negros. Veel van de mensen wonende in die gebieden worden gedwongen uitgekocht of verdreven en zij vroegen juridisch advies van Ben. In Negros alleen zijn er 68 aanvragen van mijnbouwbedrijven weten we op basis van gegevens die we in 2015 hebben verzameld, waarvan sommige zijn goedgekeurd en andere nog in behandeling zijn. Ze bestrijken het grootste deel van het bos en de bergen van de provincie. Deze bedrijven zijn vastberaden deze concessies te verkijgen voor het delven van goud, koper en andere mineralen. Er is een mijnbouw wet die hen zeer grote privileges geeft om grote delen van het land te bezitten. Ze hoeven geen belasting te betalen en ze hebben geen plannen om het milieu te rehabiliteren nadat ze klaar zijn met mijnbouw. Ze hebben rechten op veiligheid, water, en ze kunnen het leger gebruiken om hun mijngebieden te bewaken. Deze bedrijven gebruiken het leger om de mensen te dwingen om hun land op te geven. Dit gebeurt ook in Negros.
Een voorbeeld is het Tampakan copper-gold project, eigendom van Glencore Xstrata, de Australische Indophil en de lokale dochteronderneming Sagittarius Mines Inc.. Het beslaat een mijngebied van 10.000 hectare. Het project heeft een impact op de waterstroomgebieden, ongeveer 3.000 hectare bos en voorouderlijke domeinen die heilig zijn voor lokale bevolkingsgroepen. Een schatting van 5.000 mensen, meestal inheems, zal als gevolg van de mijnbouw opnieuw moeten worden gehuisvest, en nog veel meer zullen waarschijnlijk worden getroffen. De mijnbouwactiviteiten zullen ook voedsel- en waterbronnen in gevaar brengen, wat gevolgen heeft voor de levensomstandigheden en mogelijk tot sociale onrust leidt. De risico's van vervuiling, erosie, slib, overstromingen, aardverschuivingen en andere seismische geo-gevaren zijn ook zeer hoog.
PDG zag dat veel mensen werden verdreven en begon onderzoeksmissies om erachter te komen wat er gebeurde. Vanwege dat en ook omdat Ben de uitvoerend directeur van PDG was, werd hij aangevallen. We werden het doelwit van het leger en de staatstroepen. In 2018 stond zijn foto, inclusief de mijne, en van andere activisten in Negros op een poster en werden we beschuldigd van het werken voor een terroristische organisatie. Deze posters werden overal opgehangen. We werden erg bang. We wisten dat het de politie was die dit deed en ze toonden daarmee hun voornemen om ons te arresteren of te vermoorden.
In september en oktober 2018 was Ben ook nauw betrokken bij milieuactiviteiten in het zuiden van Negros. Hij was er om verschillende fora te organiseren, om de mensen te informeren over hun recht om hun land te verdedigen. Ze werden gevolgd en hij voelde de dreiging, maar hij was overtuigd van het feit dat ze in hun recht stonden om de mensen te onderwijzen en hen te laten begrijpen dat ze het recht hadden om op te komen voor hun recht. Maar helaas werd hij gedood door handlangers van de staat. Het was duidelijk dat het de regering was, zelfs vóór de moord. Ze volgden hem en verspreidden zwarte propaganda via een lokaal radioprogramma waarin hij met naam en toenaam werd genoemd en waarin mensen werden opgeroepen hem niet te benaderen en zijn advies in te winnen.
Na wat er met Ben is gebeurd, dachten we dat ze alleen hem zochten. We besloten dat we moesten doorgaan omdat er niets mis was met de programma's die we wilden uitvoeren. Programma’s van duurzame landbouw worden ondersteund door de overheid. Maar de aanvallen stopten niet, we werden ook aangevallen. Mensen begonnen bang te worden. We moesten onszelf terugtrekken. Wij vonden echter dat de mensen ons nog steeds nodig hebben, dat deze moorden niet acceptabel zijn.
De enige NGO die actief bleef in Negros is PDG, dus boeren bleven naar ons toe komen en om hulp vragen. We kunnen hen geen hulp ontzeggen omdat het onze verantwoordelijkheid is, en omdat het hun recht is. We moeten de lokale en nationale overheid laten weten wat het effect is van al deze mijnbouwactiviteiten door onderzoek te doen. We mogen het onderzoek doen, maar de president lapt dat aan zijn laars. Voor de regering wordt iedereen die zich niet houdt aan wat de president zegt, gezien als een terrorist. In maart 2019 kwamen negen boeren om het leven, om angst te voeden en als voorbeeld voor andere boeren. Zelfs na deze moord vielen ze lokale ambtenaren aan, zoals dorpsambtenaren en advocaten. Het probleem is nu dat geen enkele advocaat de boeren meer durft te helpen.
Toen COVID 19 begon, dachten we dat de overheid zich zou richten op het oplossen van de pandemie maar ze stuurden meer troepen naar Negros. Ze zetten controleposten in kleine gemeenschappen en bedreigen, doden en arresteren mensen. We mogen onze huizen niet uit. Mensen die op Facebook posten, worden zelfs gearresteerd.
Onlangs werd een Memorandum 32 en Uitvoerende Wet 70 aangenomen, wat betekent dat voor de gehele natie de krijgswet van toepassing is. Ze zagen dat veel mensen in Negros nog steeds hun rechten opeisten. Dus richtten ze zich op de leiders van de gemeenschap, lokale milieuverdedigers. Deze twee bevelen worden gebruikt om wie ook te doden. De quarantaine wordt gebruikt om mensen te arresteren en om mensen te verbieden om deel te nemen aan protesten. De regering treedt op als een militaire junta als reactie op de pandemie. Er zijn strenge beperkingen op het reisverkeer van mensen. De mensen die al werden gecriminaliseerd en gemilitariseerd worden geconfronteerd met moeilijkheden bij het verkrijgen van steun van de regering. Het helpen van iemand kan al een misdaad zijn in de Filippijnen. Het is een zeer trieste situatie.
Voor ons in PDG is het moeilijk om ons werk voort te zetten, maar we zullen dit doen omdat gemeenschappen van ons afhankelijk zijn. Mensen laten zich niet het zwijgen opleggen. Ze gebruiken sociale media om te laten zien wat er gebeurt. De sociale beweging is zeer actief. We weten dat de programma's van onze regering zullen eindigen en de president zal vertrekken. De stem van het volk is sterker. Deze moeilijke situatie is een kans om de regering uit te dagen en de bevolking uit te dagen om op te komen voor hun rechten. Het is deze overtuiging van de PDG om door te gaan met dit soort belangenbehartiging. Maar we hebben de steun van de internationale gemeenschap nodig om ons werk voort te zetten.'
In een recent rapport van de Verenigde Naties van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten, Michelle Bachelet, werd de categorische schending van de mensenrechten gemeld. De anti-drugs oorlog van president Duterte is eigenlijk een licentie om te doden. 248 mensenrechtenactivisten, journalisten, advocaten en vakbondsmensen zijn gedood. De regering heeft een antiterrorismewet aangenomen die volgens het kantoor van de onlangs gevangen genomen senator Leila de Lima een 'wapen is om kritiek en afwijkende meningen te onderdrukken en de mensen die de waarheid eisen en hem verantwoordelijk willen houden voor de misstanden en incompetentie van de regering, het zwijgen op te leggen.' Clarisa Ramos blijft nog steeds lid van PDG, ondanks voortdurende bedreigingen en aanvallen op haar leven nadat haar man in 2018 werd vermoord.