Dario Tomado
Ik ben Dario Tomado, sinds een jaar en drie maanden politiek gevangene in de stadsgevangenis van Manilla. Op 22 juli 2010 werd ik gearresteerd in Manilla. Ik werd ervan beschuldigd betrokken te zijn geweest bij de meervoudige moordzaak tegen Jose Maria Sison en Satur Ocampo. Ik denk, dat de echte reden was, dat ik in 1989 Algemeen Secretaris was van de regionale boerenorganisatie in Oost Visayas en hoofd van de Boerenalliantie voor werkelijke landhervorming in Leyte.
Ik kom uit een boerenfamilie en ben de zevende van negen kinderen. Doordat ik het zware leven van de boeren kende, raakte ik betrokken bij de strijd voor landhervorming in de Marcos periode en daarna. Voor die tijd, in 1986, werd ik vice-voorzitter van de Boeren Organisatie voor Leyte. Later, toen de regionale boerenorganisatie voor Oost-Visayas werd opgericht, werd ik Algemeen Secretaris. In die tijd werden veel zaken van landroof gewonnen. Door onze campagne “Balik Uma” (terug naar de boerderij) hebben we afgeschermde en braakliggende stukken land kunnen omzetten in productieve boerderijen.
In 2005 werd de OBL (Oplan Bantay Laya = anti-oproerprogramma) ingevoerd in de hele Oost-Visayas regio. De als “berdugo” (slager) beruchte generaal Jovito Palparan stond aan het hoofd van de militaire campagne. Met deze OBL kreeg de regio te maken met allerlei vormen van schendingen van mensenrechten - buitengerechtelijke executies, gedwongen verdwijningen, arrestaties, marteling en opsluiting. Mijn familie werd onmiddellijk het slachtoffer. In 2005 beschoten onbekende mannen, waarschijnlijk legeragenten, mijn zwager Salvador Ycoy. De schutters hebben waarschijnlijk gedacht, dat ik het was.
Gelukkig overleefde hij de aanval. Omdat ik me realiseerde, dat ik doelwit was geworden vanwege mijn betrokkenheid bij de boerenstrijd, vertrok ik naar Manilla. Ik bood me aan als mede-organisator van de KMP (= Kilusang Magbubukid ng Pilipinas: Boerenbeweging in de Filippijnen). Maar in juli 2010 werd ik gearresteerd door het leger.
Om ongeveer 11 uur in de avond werd ik opgehaald door 5 mannen, die zeiden dat ze van de politie waren. Ze droegen geen uniform. Zij blinddoekten mij en bonden mijn handen op mijn rug. Ze ondervroegen me en bestookten me met vragen. Als mijn antwoord hen niet beviel, sloegen ze me op mijn borst en rug. Later bonden ze mijn handen vast aan mijn bed. Het ene moment dreigden ze mijn familie iets aan te doen, dan weer boden ze me een grote som geld, als ik “kroongetuige” wilde zijn. Ze wilden de namen van mensen hebben, die ik ken in de beweging in Visayas en in Luzon.
De ondervragers vroegen me of ik Joma Sison en Satur Ocampo kende. Later kwam ik erachter, dat ik een van de verdachten was in de meervoudige moordzaak tegen Joma en Satur. Ook Oscar Belleza, vice-voorzitter van de boerenalliantie voor landhervorming, is verdachte in deze zaak.
Tijdens het verhoor kwam er iemand binnen en brak de ondervraging af. Men zei, dat ik na een medisch onderzoek zou worden overgedragen aan de politie. Na enkele uren werd ik geblinddoekt naar een auto gevoerd. De mannen, die zich voorstelden als priesters en mijn redders, deden onderweg mijn blinddoek af. Zij vertelden, dat ze van de geheime dienst van de Filippijnse Strijdkrachten (ISAFP) waren en mij zouden overdragen aan de politie. Ze brachten me naar de CIDG (= Criminal Investigation and Detection Group) in Kamp Crame. Diezelfde dag werd ik overgebracht naar Kamp Karingal. Daar zat ik drie maanden. Nadien ben ik overgebracht naar de stadsgevangenis in Manilla waar ik nu dus al meer dan een jaar gevangen zit.