Mr Edre Olalia genomineerd voor de Lawyers for Lawyers Award

NFS Persbericht, 6 april 2015

Mr. Edre Olalia, de president van de International Association of People’s Lawyers (IAPL), is voorgedragen voor de Lawyers for Lawyers Award. Deze onderscheiding zal worden uitgereikt op 29 mei 2015. De jury, onder voorzitterschap van mw. mr. Heikelien Verrijn Stuart, zal bepalen aan welke advocaat de Lawyers for Lawyers Award 2015 zal worden uitgereikt.

De nominatie van Olalia is geïnitieerd door de Nederlands-Filippijnse Solidariteitsbeweging (NFS). De nominatie wordt onderschreven door de groep advocaten binnen de National Union of People’s Lawyers (NUPL), door de uitvoerend directeuren van de International Coalition for Human Rights in the Philippines (ICHRP) en Karapatan, en de partner en familieleden van Willem Geertman. 

Lawyers for Lawyers (L4L) heeft de Award in het leven geroepen als een teken van erkenning van mensen die zich op uitzonderlijke wijze inzetten voor de rechten van de mens en die vanwege hun werk als advocaat worden bedreigd of gehinderd. L4L streeft ernaar dat advocaten, in overeenstemming met het internationale recht, hun beroep onafhankelijk en in vrijheid kunnen uitoefenen.

De verdediging van de mensenrechten in de Filippijnen is niet zonder gevaar. Advocaten, rechters, journalisten en anderen die het opnemen voor de sociaal zwakkeren en armen zijn in de Filippijnse realiteit gewilde doelwitten. Aanslagen en bedreigingen meegerekend waren er in de afgelopen 13 jaar 116 incidenten waarbij 41 advocaten en 18 rechters om het leven kwamen.

De onafgebroken inzet van mr. Edre Olalia voor de armen

Mr. Edre Olalia is een prominente Filippijnse mensenrechtenadvocaat, geboren in 1963. In 2006 werd hij president van de International Association of People’s Lawyers (IAPL) en in 2007 was hij mede-oprichter van de Filippijnse National Union of Peoples’ Lawyers (NUPL), waarvan hij nu nog secretaris-generaal is. De NUPL  is een Pro Deo-advocatencollectief die zich inzet voor gratis hulp aan gemarginaliseerde groepen. 

Sinds 1991 vervulde Olalia een belangrijke rol als vredestichter en juridisch adviseur bij campagnes, waarheidsvinding missies, volkstribunalen en zaken betreffende politieke gevangenen, slachtoffers van mensenrechtenschendingen, asielzoekers en allerlei volksorganisaties. In 2007 was hij een van de aanklagers tijdens de Tweede Zitting van het Permanente Volkstribunaal voor de Filippijnen. 

In samenwerking met andere advocaten van de NUPL behandelt hij zaken op het gebied van buitengerechtelijke executies, gedwongen verdwijningen, sloop van huizen van stedelijke armen, privatisering van ziekenhuizen. Met zijn eindeloze inzet en internationale steun heeft hij gezorgd voor de vrijlating van de Morong-43. Hij klaagde succesvol de beruchte generaal Jovito Palparan aan en spande een zaak aan tegen voormalig president Gloria Arroyo.

Ondanks gevaren en bedreigingen maakt Olalia zich nu hard voor de zaak van de schokkende dood van Willem Geertman, de Nederlandse welzijnswerker en milieu-activist, die in juli 2012 werd vermoord. Het Ministerie van Justitie (DoJ) heeft het beroep inzake Geertman, dat zijn dood geen roofmoord, maar moord met voorbedachten rade was, goedgekeurd.

Internationale druk blijft hard nodig

De Filippijnen is een land waar advocaten en activisten bloot staan aan bedreigingen, intimidaties en lastercampagnes. Door het sociaal-economisch beleid van de regering komen vele armen in opstand en willen het politieke beleid ter discussie stellen. Eenieder die ijvert om deze mensen mondiger en zelfbewuster te maken, loopt gevaar. Politieke tegenstanders worden regelmatig vals beschuldigd en gecriminaliseerd. Activisten worden aangepakt door de staat en zijn hun leven niet zeker.

Het aantal buitengerechtelijke moorden daalde tijdelijk vanaf 2007 aanzienlijk. Deze afname is niet het gevolg van de plotselinge barmhartigheid van de Arroyo regering, maar is volgens mr. Edre Olalia het resultaat van jarenlang campagne voeren. Met name de internationale campagnes lijken hun vruchten te hebben afgeworpen. In 2006 zond L4L een team van acht advocaten en rechters uit België en Nederland naar de Filippijnen. Zij onderzochten de moorden op hun collega’s en andere vormen van geweld en intimidatie waaraan zij blootstaan. In 2007 heeft de speciale VN-rapporteur Philip Alston gewezen op de schuld van het leger aan duizenden gevallen van buitengerechtelijke executies, verdwijningen en marteling sinds 2001 onder de regering van de voormalige president Gloria Arroyo.

Zij, die hoopten op een betere mensenrechtensituatie onder de Aquino regering, kwamen bedrogen uit. Net als onder de Arroyo regering zijn de mensenrechtenschendingen onder Aquino’s anti-oproer programma niet gestopt. Uit de gegevens van Karapatan blijkt, dat er sinds Aquino aan de macht kwam, van juli 2010 tot aan 30 november 2014, 226 buitenrechtelijke moorden werden gepleegd. Na een tijdelijke afname na 2007 gaat de stelselmatige intimidatie van advocaten weer door. Recentelijk neemt het aantal moorden op advocaten zelfs weer toe. In 2014 werden vier advocaten vermoord. Om het moorden te stoppen blijft internationale druk hard nodig.